Er moet een parlementaire enquête komen naar de rol van Nederland bij de genocide in Gaza
Israëls genocide op de Palestijnen is in de laatste fase beland; na de vaste patronen discriminatie, dehumanisering, vervolging en massamoord, komen we nu in de fase van ontkenning. Naast het stoppen van de genocide moeten we ook nú al volop inzetten op waarheidsvinding. Er moet een parlementaire enquête komen naar de rol van Nederland in Israëls genocide in Gaza.
Door Lydia de Leeuw
De genocide heeft volgens behoudende schattingen al aan één op de zeven Palestijnen in Gaza het leven gekost. Sinds het ingaan van de ingebeelde wapenstilstand blijft het Israëlische leger Gaza bombarderen, beschieten, uithongeren en levensreddende humanitaire hulp ontzeggen, met als enige verschil dat de Israëlische gijzelaars weer veilig thuis zijn.
Het koloniaal plan dat Israël en de VS nu over de Gazastrook willen uitrollen, wordt “vrede” genoemd.
Terwijl het moorden doorgaat, begint ook de laatste fase van de genocide, de ontkenning, zich steeds duidelijker af te tekenen. Het koloniale plan dat Israël en de VS nu over de Gazastrook willen uitrollen, wordt “vrede” genoemd. Westerse politici pretenderen een “einde aan de oorlog”. Pottenkijkers (internationale journalisten) mogen Gaza niet in. Palestijnse journalisten zijn hun levens nog steeds niet zeker. Vervolging van verdachten wordt middels machtsmisbruik: het Internationaal Strafhof, de VN Speciaal Rapporteur voor bezet Palestijns gebied en de drie voornaamste Palestijnse mensenrechtenorganisaties die werken aan internationale strafzaken gaan gebukt onder sancties van de VS.
Rugdeking voor misdaden
Geheel volgens de vaste patronen van genocide, blijft ook Nederland de genocide in Gaza en haar eigen rol daarin ontkennen. Het demissionair kabinet gaat door met het verschaffen van de wapens, diensthonden, politieke rugdekking en financiële ondergrond voor Israëls misdaden. Onze bewindspersonen weigeren te spreken over genocide. Ze reduceren elk gesprek over Gaza tot een bespreking van een humanitaire crisis, alsof het gaat over een overstroming of aardbeving.
Actieve herinneringen
Als we geen genoegen willen nemen met “wir haben is nicht gewusst” zullen we actie moeten ondernemen richting waarheidsvinding: een parlementaire enquête. De waarheidsvinding hoeft niet te wachten totdat de voormalig bewindspersonen op hun sterfbed hun memoires optekenen, of totdat ambtenaren met gewetenswroeging gaan lekken. Alles wat er te weten valt over de Nederlandse politieke besluitvorming ten aanzien van deze genocide is al opgeschreven: het ligt besloten in memo’s, juridische adviezen, gespreksverslagen, notulen en andere bronnen. De bewindspersonen en ambtenaren die erover gingen hebben er “actieve herinneringen aan”.
Gerechtigheid kan alleen volgen na waarheidsvinding.
We mógen niet wachten met de waarheidsvinding: de manier waarop Nederland tijdens de Gaza genocide het internationale recht en de eigen rechtsstaat heeft geschonden en ondermijnd moet nú worden onderzocht. Gerechtigheid kan alleen volgen na waarheidsvinding. En herhaling kan alleen worden voorkomen door van fouten te leren.
Een parlementaire enquête is het zwaarste middel dat de Tweede Kamer heeft wanneer de onderste steen boven moet komen: opgeroepen getuigen hebben de verplichting te verschijnen en worden door de enquêtecommissie in het openbaar en onder ede gehoord. Wanneer alle (centrum)linkse partijen (GL/PvdA, D66, SP, PvdD, Volt, Denk) en het CDA vóór zo’n parlementaire enquête zouden stemmen, zouden ze een meerderheid hebben, volgens de huidige peilingen.
Hoe kunnen we voorkomen we dat we ooit weer medeplichtig zijn aan een genocide?
Als we niet de beerput opentrekken, zal de Nederlandse geschiedschrijving over de genocide in Gaza niet verder komen dan een “Het is ontzettend erg wat er gebeurd is, maar Nederland heeft echt z’n best gedaan.”
Een enquêtecommissie zou moeten onderzoeken hoe het mogelijk is dat ons land Israël de middelen en politieke rugdekking bleef geven voor de misdaden die we allemaal live op onze telefoons konden en kunnen volgen. Wie nam welk besluit en op basis van welke afwegingen? En hoe kunnen we voorkomen we dat we ooit weer medeplichtig zijn aan een genocide? Wie werkelijk waarde hecht aan de woorden “nooit meer” moet de – ongetwijfeld moeilijk te verkroppen – antwoorden op die vragen boven tafel willen krijgen. Ons parlement is aan zet.
Foto: ©Jeroen van der Meyde/wikimedia commons.