Nu de politiek faalt, is het aan de rechter om genocide in Gaza te voorkomen

Rode lijnen, wekelijkse sit-ins van ambtenaren, studentenprotesten en talloze opiniepeilingen ten spijt, komt de staat niet tot inkeer. Maar gelukkig is Nederland een rechtsstaat en kan de rechter maatregelen afdwingen.

Door Lydia de Leeuw en Daan de Grefte

Woensdag 3 september staan wij, als onderdeel van een collectief van drie Palestijnse en zeven Nederlandse organisaties, in de rechtszaal tegenover de Nederlandse staat. Dat doen we, omdat we de staat ter verantwoording roepen voor zijn rol in Israëls genocide, de illegale bezetting en de kolonisatie van wat nog over is van Palestina.

Niemand hoefde de afgelopen twee jaar te raden naar Israëls intenties in Gaza. Israël escaleerde de al sinds 2007 bestaande illegale, verstikkende blokkade van de Gazastrook tot een barbaarse, genocidale belegering. Zo kondigde de Israëlische minister van Defensie Yoav Gallant – wiens arrestatie inmiddels wordt gelast door het Internationaal Strafhof – de belegering van de Gazastrook aan: ‘Er zal geen elektriciteit, geen voedsel, geen water, geen brandstof zijn, alles wordt afgesloten. We vechten tegen menselijke dieren en daar handelen we naar’.

Elk land heeft de juridische verplichting alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk is om genocide in Gaza te voorkomen.

De Israëlische legeraanvallen, gecombineerd met de actieve uithongering en uitdroging van Palestijnen én de doelbewuste vernietiging van de gezondheidszorg en woningen, kostte volgens het medische tijdschrift The Lancet aan honderdduizenden Palestijnen het leven sinds oktober 2023. Volgens conservatieve schattingen is één op de zeven Palestijnen in Gaza tot nu toe gedood tijdens deze genocide.

Toenemend geweld
Daarnaast gaat de kolonisatie en annexatie van bezet Palestijns gebied in sneltreinvaart door – met toenemend geweld van kolonisten en Israëlische soldaten tegen Palestijnse burgers, en een ongekende toename van de sloop van Palestijnse huizen en infrastructuur om plaats te maken voor meer illegale nederzettingen.

Elk land heeft de juridische verplichting alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk is om genocide in Gaza te voorkomen. Daarnaast is elk land verplicht om handel met en investeringen in de illegale nederzettingen te voorkomen. Dit werd vorige zomer nog expliciet bevestigd door de hoogste rechterlijke instantie ter wereld, het Internationaal Gerechtshof in Den Haag.

En wat doet Nederland? Het verleent vergunningen voor de export van wapens en dual-use goederen (goederen die zowel voor civiele als militaire doeleinden kunnen worden gebruikt) naar Israël. Het staat de uitvoer van diensthonden naar Israël toe, met het risico dat ze daar door Israëlische militairen worden gebruikt om Palestijnen te terroriseren en zelfs te martelen.

Het laat Nederlandse bedrijven zoals Booking.com, die al jarenlang open en bloot zakendoen in de illegale nederzettingen, ongemoeid. Het Israëlische leger kan in Nederland zelfs ongestoord middels surveillance verkregen gegevens opslaan, die het gebruikt bij het onderdrukken, opjagen en doden van Palestijnen.

Pressiemiddelen
Daarnaast is Nederland de grootste investeerder in Israël ter wereld, en koopt het er nog steeds op grote schaal wapens in: belangrijke pressiemiddelen die Nederland weigert in te zetten om druk uit te oefenen op Israël. In plaats daarvan dronken Nederlandse diplomaten vooral koffie met hun Israëlische collega’s en zetten ze in op EU-maatregelen, waarvan iedereen wist dat ze voorlopig toch niet van de grond zouden komen. Dit, terwijl beide benaderingen volstrekt ineffectief zijn als serieuze poging om een genocide te voorkomen of stoppen. Het is dus geen verrassing dat het genocidale beleid van Israël de afgelopen twee jaar steeds weer nieuwe, ondenkbare grenzen bereikt.

Deze maand zagen we tijdens twee ingelaste spoeddebatten hoe Kamerleden vurig en wanhopig probeerden de koers van onze regering bij te stellen. Het regende moties, waaronder een motie van wantrouwen tegen Caspar Veldkamp, de inmiddels afgetreden minister van Buitenlandse Zaken. Maar het mocht niet baten: de meeste politici lieten liever het al demissionaire kabinet vallen en een handvol ministers opstappen dan dat ze de Nederlandse bijdragen aan Israëls genocide, illegale bezetting en nederzettingen zouden stoppen.

Israëls inspanningen om ‘de politieke en publieke opinie te beïnvloeden’, waarover de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid in juli dit jaar nog waarschuwde, werpt blijkbaar zijn vruchten af.

Verplichtingen
Rode lijnen, wekelijkse sit-ins van ambtenaren, studentenprotesten en talloze opiniepeilingen ten spijt, komt de Nederlandse staat niet tot inkeer. Het is duidelijk dat de Nederlandse politiek niet in staat is om haar verplichtingen onder het internationaal recht na te komen. Maar gelukkig is Nederland een rechtsstaat en is het nu aan de rechter.

Wat we eisen in deze zaak is helder:

1) een einde aan de Nederlandse export van wapens, dual-use goederen en diensthonden naar Israël.

2) maatregelen om economische betrekkingen met de illegale nederzettingen te voorkomen en beëindigen.

Dit is de ondergrens, het absolute minimum van wat de Nederlandse staat kan en moet doen volgens het internationaal recht – waar hij zich via een democratisch proces toe heeft verbonden. Het is triest dat daar een rechter aan te pas moet komen. Maar tegelijkertijd is het ook de kracht van een rechtsstaat: een onafhankelijke rechterlijke macht kan een bindende uitspraak doen en de ondergrens aanduiden over wat een land móét doen ten tijde van een genocide.

Zonder die ondergrens blijft de belofte ‘nooit meer’ een loze kreet. Vandaag gaat het om de Palestijnen. Morgen om de volgende groep die voor uitwissing is aangemerkt.

Lydia de Leeuw is Strategic Litigation Lead bij Stichting SOMO en voorzitter van Stichting Kifaia. Daan de Grefte is Senior Legal Officer bij het European Legal Support Center.

Dit artikel werd op 2 setpember 2025 gepubliceerd in de Volkskrant.

Volgende
Volgende

Datum hoger beroep over de rol van Nederland bij Israëls genocide en bezetting vastgesteld